dierenarts
- Geluid: dierenarts (hulp, bestand)
- IPA: / ˈdirə(n)ˌɑrts / (3 lettergrepen)
- die·ren·arts
- samenstelling van dier en arts met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dierenarts | dierenartsen |
verkleinwoord | dierenartsje | dierenartsjes |
de dierenarts m
1. arts voor dieren, met name kleine huisdieren
- Het woord dierenarts staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dierenarts" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be