diepvriezen
- Geluid: diepvriezen (hulp, bestand)
- diep·vrie·zen
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘het invriezen beneden min 18 graden’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1952 [1]
- samenstelling van diep bn en vriezen ww of afgeleid van diepvries met het achtervoegsel -en [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
diepvriezen |
vroor diep |
diepgevroren |
klasse 2
onregelmatig |
volledig |
diepvriezen
- overgankelijk iets ter bewaring op een temperatuur ver onder het vriespunt wegleggen
- Het overige vlees werd diepgevroren.
- Het werkwoord kent een scheidbaar infinitief "diep te vriezen". Het voltooid deelwoord wordt vrijwel uitsluitend als adjectief gebruikt. Een onvoltooid deelwoord en finite vormen komen vrijwel niet voor.
|
de diepvriezen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord diepvries
- Het woord diepvriezen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.