Startpagina
Willekeurig
Aanmelden
Instellingen
Financieel bijdragen
Over WikiWoordenboek
Disclaimers
Zoeken
dich
Taal
Volgen
Bewerken
Inhoud
1
Duits
1.1
Uitspraak
1.2
Woordafbreking
1.3
Persoonlijk voornaamwoord
2
Limburgs
2.1
Uitspraak
2.2
Persoonlijk voornaamwoord
Duits
Uitspraak
Geluid
:
dich
(
hulp
,
bestand
)
IPA
:
/dɪç/
enkelvoud
meervoud
nominatief
du
ihr
genitief
deiner
euer
datief
dir
euch
accusatief
dich
euch
Woordafbreking
dich
Persoonlijk voornaamwoord
dich
jou
,
je
(accusatief van de tweede persoon enkelvoud)
«Sie liebt
dich
.»
Ze houdt
van jou
.
«Es tangiert
dich
peripher.»
Het raakt
je
oppervlakkig.
Limburgs
Uitspraak
IPA
:
/ðɪx/
(Etsbergs)
Persoonlijk voornaamwoord
dich
accusatief van
doe
onbeklemtoond reflexief van
doe