diastolisch
- Geluid: diastolisch (hulp, bestand)
- di·as·to·lisch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | diastolisch | diastolischer | |
verbogen | diastolische | diastolischere | |
partitief | diastolisch | diastolischers | - |
diastolisch
- (medisch) met betrekking tot verslapping van hart en bloedvaten
1. met betrekking tot verslapping van hart en bloedvaten
- Het woord diastolisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "diastolisch" herkend door:
60 % | van de Nederlanders; |
65 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be