diagnostisch
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- di·ag·nos·tisch
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | diagnostisch | diagnostischer | |
verbogen | diagnostische | diagnostischere | |
partitief | diagnostisch | diagnostischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
diagnostisch [2]
- betrekking hebbend op een diagnose
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord diagnostisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "diagnostisch" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ diagnostisch op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be