• de·vi·ant
enkelvoud meervoud
naamwoord deviant devianten
verkleinwoord - -

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord

de deviantm

  1. iemand die afwijkt
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen deviant devianter deviantst
verbogen deviante deviantere deviantste
partitief deviants devianters -

deviant

  1. afwijkend
77 % van de Nederlanders;
80 % van de Vlamingen.[3]


stellend vergrotend overtreffend
deviant more deviant most deviant

deviant

  1. afwijkend, deviant, niet normaal