Deurmat
  • deur·mat
enkelvoud meervoud
naamwoord deurmat deurmatten
verkleinwoord deurmatje deurmatjes

de deurmatv / m

  1. een kleine mat, waarop men bij de deur de schoenen kan afvegen
    • De buurman kocht een deurmat waarop de tekst "welkom!" stond. 
    • Zonder een woord te zeggen duwden we haar zacht de deur uit. Ze liet zich helemaal slap worden toen ze op de deurmat stond. We hebben haar maar op de deurmat laten liggen. De volgende ochtend was ze verdwenen. [1] 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]
  1. Sandes, David
    De wondermethode 2006 ISBN 9044509543 pagina 99
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be