demarqueren

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  demarqueren    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• de·mar·que·ren

Woordherkomst en -opbouw

• afleiding van demarcatie

Werkwoord

demarqueren

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
demarqueren	demarqueerde	gedemarqueerd
zwak -d	volledig

1. iets met merktekens duidelijk afgrenzen; trekken van een grenslijn

   • In feite gaat het om een stuk land tussen Libanon en Syrië waarvan de grens nooit duidelijk is vastgesteld. Frankrijk, dat na de Eerste Wereldoorlog het mandaat voerde, voegde het gebied aan Syrië toe. Maar de Fransen verzuimden de grens te demarqueren op de grond. Het gevolg van deze nalatigheid was dat kaarten aantonen dat Chebaa Farms in Syrië ligt, maar dat de bewoners hun belasting en andere administratieve zaken met Libanon konden afhandelen.  

Synoniemen

• afgrenzen, begrenzen, afpalen, afbakenen, beschrijven, omranden, afrasteren, afperken

Gangbaarheid

• Het woord demarqueren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "demarqueren" herkend door:

80 %	van de Nederlanders;
78 %	van de Vlamingen.