Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dek·schuit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dekschuit dekschuiten
verkleinwoord dekschuitje dekschuitjes

Zelfstandig naamwoord

de dekschuitv / m

  1. (scheepvaart) een eenvoudig vrachtvaartuig met een gesloten en vlak dek, zonder opbouw of aandrijving
    • De dekschuit kan ook als "drijvende werkvloer" worden gebruikt zoals een ponton. 
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid