• dek·naam
enkelvoud meervoud
naamwoord deknaam deknamen
verkleinwoord

de deknaamm

  1. valse naam die men gebruikt om iets of iemand verborgen te houden
    • Alles draait rond een som van bijna zevenduizend euro die onder de deknaam 'Codes Holding' bij de HSBC-bank werd overgeschreven. [2] 
    • Andreas en Heidrun Anschlag deden zich voor als Oostenrijkers, toen ze zich in 1988 in Duitsland vestigden. Bij de Russische inlichtingendienst SWR, voor wie ze werkten, stonden de twee bekend onder de deknamen Pit en Tina. In 2011 kreeg de Duitse contraspionagedienst lucht van de activiteiten van de twee. Kort voordat de SWR het duo wilde weghalen uit Duitsland werden ze gearresteerd. [3] 
    • Nadat hij in Rusland had gevochten, keerde hij vrij snel terug om toegevoegd te worden aan een speciaal doodseskader van de SS met de deknaam Silbertanne. Dat voerde wraakexecuties uit, soms op direct bevel van Hitler. [4] 
69 % van de Nederlanders;
79 % van de Vlamingen.[5]