Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • da·ta·bank
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord databank databanken
verkleinwoord databankje databankjes

Zelfstandig naamwoord

de databankv / m

  1. (informatica) een plaats waar informatie over bepaalde onderwerpen in digitale vorm verzameld, opgeslagen en geconsulteerd kan worden
    • Dit beheersysteem zit gekoppeld aan een databank met MySQL. 
    • Als je wilt werken met big data heb je grote databaken nodig. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be