Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • daad·wer·ke·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen daadwerkelijk
verbogen daadwerkelijke
partitief daadwerkelijks

Bijvoeglijk naamwoord

daadwerkelijk

  1. ook echt plaats vindend
    • Na de goedkeuring en maandenlange planning kon het daadwerkelijke bouwen starten. 
     Als ik Venetië en alles wat er was gebeurd daadwerkelijk wilde vergeten, moest ik mij eerst alles zo precies mogelijk herinneren. Wie zich niet alles herinnert wat hij wil vergeten, loopt het risico dat hij bepaalde zaken vergeet te vergeten.[2]
     Twee van de gemelde incidenten waren in een nachtclub, één in een café of daar in de buurt. Dat blijkt uit de aangiftes die de redactie van NOS Stories in handen heeft. Eén aangifte leidde daadwerkelijk tot een politieonderzoek waarbij camerabeelden van de betreffende club werden opgevraagd.[3]
Synoniemen
Vertalingen

Bijwoord

daadwerkelijk

  1. echt plaats vindend
    • Als er daadwerkelijk een auto wordt weggegeven, doe ik misschien wel mee. 
     Je zult vast obstakels tegenkomen of het eng vinden om daadwerkelijk alleen op reis te gaan, maar dit is met tijd en planning te voorkomen.[4]
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

  1. "daadwerkelijk" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers  , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 19
  3.   Weblink bron
    Jeroen Gortworst
    “Meer aangiftes van drogeren met een naald, landelijk beeld ontbreekt” (15 mei 2022), NOS
  4. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be