Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cur·ling·ou·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord curlingouder curlingouders
verkleinwoord curlingoudertje curlingoudertjes

Zelfstandig naamwoord

de curlingouderm

  1. (maatschappij) overmatig beschermende opvoeder die elk obstakel voor diens kind weg wil nemen
     "Ik kan er dit schooljaar even geen curlingouders bij hebben", verzuchtte juf Ank in de nieuwste aflevering van De Luizenmoeder.[4]
Hyperoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron Gearchiveerde versie “Curling ouders” op bms-onderwijs.nl
  2.   Weblink bron Gearchiveerde versie
    Annemiek Leclaire
    “Gun je kind ook eens een teleurstelling” (15 december 2017) op nrc.nl  
  3.   Weblink bron
    M. Janning
    “American Helicopters, Danish Curling Brooms, and British Lawnmowers” (25 augustus 2015) op thesocietypages.org
  4.   Weblink bron Gearchiveerde versie “'Curlingouders, stop met het wegpoetsen van obstakels voor je kind'” (11 februari 2019) op rtlnieuws.nl