Het opmeten bij het curling.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cur·ling
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘spel op het ijs’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1912 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord curling -
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het curlingo

  1. een precisiesport die lijkt op bowls, jeu de boules en bocce, die op ijs gespeeld wordt gespeeld met zware stenen in plaats van metalen (of plastic) ballen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

91 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen


Italiaans

enkelvoud meervoud
curling -

Zelfstandig naamwoord

curling m

  1. (sport) curling