curlingouders
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- cur·ling·ou·ders
Woordherkomst en -opbouw
- curlingouder met uitgang -s
Zelfstandig naamwoord
de curlingouders mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord curlingouder
- ▸ "Ik kan er dit schooljaar even geen curlingouders bij hebben", verzuchtte juf Ank in de nieuwste aflevering van De Luizenmoeder.[1]
Gangbaarheid
- Het woord curlingouders staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “'Curlingouders, stop met het wegpoetsen van obstakels voor je kind'” (11 februari 2019) op rtlnieuws.nl