crèmekleurige pot
  • crè·me·kleu·rig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen crèmekleurig crèmekleuriger crèmekleurigst
verbogen crèmekleurige crèmekleurigere crèmekleurigste
partitief crèmekleurigs crèmekleurigers -

crèmekleurig

  1. met een geel-witte kleur
    • Zou ze de rosékleurige jurk aantrekken of toch liever de crèmekleurige rok met de lichtblauwe blouse? 
     Het crèmekleurig-zachtroze kapje, met een prijskaartje van 15 pond (16,60 euro), was op de website van het merk al snel uitverkocht.[2]
     In het door Patrice van Helden ontworpen boeket waren onder meer jasmijn, lichtroze en crèmekleurige lathyrus, ivoren trosrozen, roze O’Hara-tuinrozen en wasbloem verwerkt.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Leon van Wijk
    “Hertogin Kate zorgt voor massale vraag naar fleurige mondkapjes” (12-08-2020), Tubantia
  3.   Weblink bron “Nederlandse broer en zus ontwerpen bruidsboeket Beatrice” (18 jul. 2020), De Telegraaf