• co·ro·na·døds·fald
Naar frequentie -
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   coronadødsfald     coronadødsfaldet     coronadødsfald     coronadødsfaldene  
genitief   coronadødsfalds     coronadødsfaldets     coronadødsfalds     coronadødsfaldenes  

coronadødsfald, o

  1. (medisch), (neologisme) coronasterfgeval
    «Sverige ligger højt på listen over lande, der har registreret flest coronadødsfald per 100.000 indbyggere.»
    Zweden staat hoog op de lijst van landen die de meeste coronasterfgevallen per 100.000 inwoners hebben geregistreerd.

coronadødsfald

  1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van coronadødsfald