coronadødsfalds
- co·ro·na·døds·falds
- Deense zelfstandignaamwoordsvorm met het invoegsel -s-
Naar frequentie | - |
---|
coronadødsfalds
- genitief onbepaald onzijdig enkelvoud van coronadødsfald
coronadødsfalds
- genitief onbepaald onzijdig meervoud van coronadødsfald