• co·ro·na·døds·falds
  • Deense zelfstandignaamwoordsvorm met het invoegsel -s-
Naar frequentie -

coronadødsfalds

  1. genitief onbepaald onzijdig enkelvoud van coronadødsfald

coronadødsfalds

  1. genitief onbepaald onzijdig meervoud van coronadødsfald