conjunctuurwerkloosheid

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  conjunctuurwerkloosheid    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• con·junc·tuur·werk·loos·heid

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  conjunctuur  en  werkloosheid 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	conjunctuurwerkloosheid	-
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de conjunctuurwerkloosheid v

1. (economie) een werkloosheid die veroorzaakt wordt door vermindering van de bestedingen

   • Met dit model kan conjunctuurwerkloosheid worden verklaard. 

Vertalingen

    1. een werkloosheid die veroorzaakt wordt door vermindering van de bestedingen   

Duits: konjunkturelle Arbeitslosigkeit (de) v Engels: seasonal unemployment (en), cyclical unemployment (en)

Frans: chômage conjoncturel (fr) m

Gangbaarheid

• Het woord 'conjunctuurwerkloosheid' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.