• con·den·sa·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord condensatie condensaties
verkleinwoord - -

de condensatiev

  1. het onder invloed van druk en/of afkoeling vloeibaar worden van een gas of damp
    • Door de hoge druk vond er condensatie plaats. 
  2. het door wederzijdse wisselwerking tot een verdicht geheel samengebundeld worden
    • Bij zeer lage temperaturen kan in overeenstemming met de voorspellingen van Bose en Einstein een vorm van condensatie optreden waarbij een groot aantal losse atomen als één geheel gaat optreden. 
96 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]