• com·pu·ter·spel
enkelvoud meervoud
naamwoord computerspel computerspellen, computerspelen
verkleinwoord computerspelletje computerspelletjes

het computerspelo

  1. een spel dat via of met de computer gespeeld wordt
    • Papa, wil je dat computerspel voor mij kopen? 
     Met een zwaar Israëlisch accent waren al zijn grappen bezaaid met grove straattaal. Het was alsof hij Engels had leren spreken tijdens het spelen van het computerspel ‘Grand Theft Auto’.[1]
98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be