• com·pen·sa·tor
enkelvoud meervoud
naamwoord compensator compensatoren
compensators
verkleinwoord compensatortje compensatortjes

de compensatorm

  1. (elektronica) (regeltechniek) apparaat dat in staat is een verandering op te vangen. (te compenseren) Er ontstaat een zodanig regelend effect dat de oorspronkelijke verstoring wordt gecompenseerd en dus verminderd zonder dat er sprake is van terugkoppeling