• col·li·ma·tor
enkelvoud meervoud
naamwoord collimator collimatoren
collimators
verkleinwoord

de collimatorm

  1. (natuurkunde) toestel om licht, andere elektromagnetische straling of elementaire deeltjes zo af te buigen dat ze een evenwijdige bundel vormen
     De neutronen worden via een collimator (een stel spleten dat voor een evenwijdige bundel zorgt) van opzij in de val gemikt (…).[3]
18 % van de Amerikanen;
21 % van de Britten.[4]
  1.   Weblink bron
    J.W. Ermerins
    (recensie) Handleiding bij de beoefening der Sterrekunde van sir John F.W. Herschel, Ridder van de Guelphen-Orde, Lid van de Koninklijke Societeit te Londen en van andere In- en Uitlandsche Geleerde Genootschappen in:
    E.J. Potgieter (ed.)
    De Gids. Nieuwe Vaderlandsche Letteroefeningen (1837), p. 72 op dbnl.org  
  2. collimator op website: Etymologiebank.nl
  3.   Weblink bron
    Dirk van Delft
    “Vallen met sprongen” (19 januari 2002) op nrc.nl  
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 18 februari 2020 “Measures of word prevalence for 61,800 English words” op ugent.be


  • afgeleid van collimate met het achtervoegsel -or, in 1825 geïntroduceerd door de Engelse uitvinder, Henry Kater   (1777-1835) in het wetenschappelijke tijdschrift Philosophical Transactions of the Royal Society [1]
enkelvoud meervoud
collimator collimators

collimator

  1. (natuurkunde) collimator
  1.   Weblink bron
    Henry Kater
    The Description of a Floating Collimator (13 januari 1825.) in: Philosophical Transactions of the Royal Society, p. 147 op archive.org