• (IPA in voorbereiding)
  • co·che·nil·le·luis
enkelvoud meervoud
naamwoord cochenilleluis cochenilleluizen
verkleinwoord cochenilleluisje cochenilleluisjes

de cochenilleluisv / m

  1. (halfvleugeligen) Dactylopius coccus   afkomstig uit Zuid-Amerika en Mexico en wordt gekweekt om zijn karmijnrode kleurstof. De luis is als parasiet te vinden op de schijfcactus (Opuntia). Het pigment wordt vooral uit de eitjes en in mindere mate uit het bloed van de schildluis gewonnen