• van het Latijnse citrus (citroen)
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  citron     le citron     citrons     les citrons  

citron m

  1. (fruit) citroen
  2. (informeel) kanis, kop [1]
  3. (informeel) granaat
  • ne rien avoir dans le citron
    • niet nadenken alvorens te handelen
  • se presser le citron
    • hard nadenken
  enkelvoud meervoud
  mannelijk   citron citron
  vrouwelijk   citron citron

citron

  1. citroengeel


citron m

  1. (plantkunde) citroen


citron g

  1. (fruit) citroen
    Det är gott med en klyfta citron i vattnet.Dat is lekker met een stukje citroen in het water.
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   citron     citronen     citroner     citronerna  
genitief   citrons     citronens     citroners     citronernas