• cir·kel·be·we·ging
enkelvoud meervoud
naamwoord cirkelbeweging cirkelbewegingen
verkleinwoord

de cirkelbewegingv

  1. een rondgaande beweging
     Nee, zeg het eens? zei hij, en hij kwam naast haar zitten en volgde de cirkelbeweging van het kleine schaartje.[2]
  2. een rondgaande beweging zodat men weer op de plaats van vertrek terugkomt
     Juist boven zee kan de orkaan zorgen voor hoge golven en overstromingen. Meteorologen denken dat de orkaan langs de kust naar het noorden trekt en vervolgens naar de oceaan afbuigt. Er wordt zelfs rekening gehouden met een cirkelbeweging, waardoor Matthew nog eens aan land zou kunnen komen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Anna Karenina”   (1877), G.A. van Oorschot  , ISBN 9789028276062
  3.   Weblink bron “Tienduizenden Amerikanen zonder stroom door 'monster' Matthew” (07-10-2016), Tubantia