chomeits
- cho·meits
- Herkomst: Asjkenazisch Hebreeuws, letterlijk: 'het gezuurde, gegiste' [1]
het chomeits o
- (Jiddisch-Hebreeuws) (voeding) gegist deeg van een van de vijf graansoorten van het oude Israël, genoemd in de halacha (tarwe, emerkoren, spelt, gerst en tweerijige gerst)
- (Jiddisch-Hebreeuws) (voeding) voedsel dat gegist deeg bevat (niet-geoorloofd op Pesach)
- Het woord 'chomeits' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.