chillen
- chil·len
- van het Engels 'to chill' afkoelen, eind jaren 1980 en in de jaren 1990 in het bijzonder gebruikt voor uitrusten na het dansen op dancemuziek, zie vindplaats hieronder. In 2000 ook algemener van aard.
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
chillen ˈtʃɪlə(n) |
childe ˈtʃɪldə |
gechild ɣəˈtʃɪlt |
zwak -d | volledig |
chillen
- tot rust komen, ontspannen
1. tot rust komen, ontspannen
- Het woord chillen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "chillen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "Chillen" scene uit Sesamstraat (9 juli 2014) NPO; geraadpleegd 2014-12-23
- ↑ Weblink bron Karin Rijnders"De geluidjes van de Hip-Hop in: Het vrije volk : democratisch-socialistisch dagblad (26-11-1987), Uitgever De Arbeiderspers, Rotterdam, p. 22. op Delpher.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
vervoeging van |
---|
chillar |
chillen