cellenhuis
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: cellenhuis (hulp, bestand)
Woordafbreking
- cel·len·huis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cellenhuis | cellenhuizen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het cellenhuis o
- (ordehandhaving) (juridisch) gebouw met meerdere gevangeniscellen
- ▸ Het complex aan de Flierbosdreef is de derde locatie in de hoofdstad waar arrestanten kunnen worden opgesloten. Met de nieuwbouw erbij krijgt de politie in totaal 180 cellen. Op het hoofdbureau van de politie zijn al 52 cellen en 54 in de wijk Meer en Vaart. Kuiper zei te hopen dat dit het laatste cellenhuis is. „We hopen dat het aantal arrestanten in de toekomst afneemt door het strengere veiligheidsbeleid.”[2]
- ▸ De toestand van de gevangeniscomplexen zelf valt nog wel mee. De gebouwen zijn redelijk in orde. Maar in de cellenhuizen is het niet best. Er is sprake van ernstige overbevolking.[3]
Verwante begrippen
Synoniemen
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord cellenhuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ cellenhuis op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “Cellen en drugsopvang onder een dak in Amsterdam” (20 februari 2003), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Weblink bron “De bezem moet door Surinaamse cel” (5 november 2001), Reformatorisch Dagblad