Startpagina
Willekeurig
Aanmelden
Instellingen
Financieel bijdragen
Over WikiWoordenboek
Disclaimers
Zoeken
cedent
Taal
Volgen
Bewerken
Inhoud
1
Nederlands
1.1
Uitspraak
1.2
Woordafbreking
1.3
Woordherkomst en -opbouw
1.4
Zelfstandig naamwoord
1.4.1
Verwante begrippen
1.4.2
Vertalingen
1.5
Gangbaarheid
1.6
Verwijzingen
Nederlands
Uitspraak
Geluid
:
cedent
(
hulp
,
bestand
)
Woordafbreking
ce·dent
Woordherkomst en -opbouw
In de betekenis van ‘die een vordering overdraagt’ voor het eerst aangetroffen in 1650.
[
1
]
Leenwoord uit Frans
cédant
, ontleend aan Latijn
cedens
.
[
2
]
enkelvoud
meervoud
naamwoord
cedent
cedenten
verkleinwoord
-
-
Zelfstandig naamwoord
de
cedent
m
(
juridisch
)
iemand die een
vorderingsrecht
overdraagt door een
cessie
Verwante begrippen
cederen
,
cessie
,
cessionaris
,
debitor cessus
Vertalingen
1. persoon die een vordering overdraagt
Duits
:
Zedent
(de)
m
,
Abtretende
(de)
m
Engels
:
assignor
(en)
Frans
:
cédant
(fr)
m
Italiaans
:
cedente
(it)
m
Pools
:
cedenta
(pl)
Spaans
:
cedente
(es)
m
Gangbaarheid
Het woord
cedent
staat in de
Woordenlijst Nederlandse Taal
van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
↑
"cedent" in:
Sijs, Nicoline van der
,
Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen
, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
;
ISBN 90 204 2045 3
↑
cedent
op website: Etymologiebank.nl