cashewnoot
- Geluid: cashewnoot (hulp, bestand)
- ca·shew·noot
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘notensoort’ voor het eerst aangetroffen in 1968 [1]
- samenstelling van cashew en noot
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cashewnoot | cashewnoten |
verkleinwoord | cashewnootje | cashewnootjes |
- (plantkunde) (voeding) Anacardium occidentale lekkernij, eetbaar zaadje van de acajouboom
1.eetbaar zaadje van de cashew
- Het woord cashewnoot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "cashewnoot" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "cashewnoot" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be