cartouche
|
- car·tou·che
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cartouche | cartouches |
verkleinwoord | cartoucheje | cartouchejes |
- omlijst schild met tekst of een wapen op een kaart of gebouw
- papieren huls om het gedeelte van een kogel dat met kruit omhuld word
- rolletje munten van dezelfde soort
- (egyptologie) een bijzonder determinatief in de vorm van een ovaal met een eindstreep waarbinnen de naam van een koning geschreven wordt
- [2] huls, patroonhuls
1. omlijst schild met tekst of een wapen op een kaart of gebouw
- Het woord cartouche staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "cartouche" herkend door:
75 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "cartouche" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be