Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: bygge


  • Afkomstig van het Nederlandse woord  bui zn  (van het oudere Nederlandse woord 'buie') en van de Nederduitse woorden   zn  en  böje zn , vgl. ook de Noorse woorden  bye zn ,  bøye zn 
Naar frequentie 73608
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   byge     m: bygen
v: byga  
  byger     bygene  
genitief   byges     m: bygens
v: bygas  
  bygers     bygenes  

byge, m / v

  1. (meteorologie) bui, onweer (voorbijgaande, lokale storm met neerslag en / of wind)
    «Det kraftige regnværet natt til lørdag, kombinert med en kraftig byge pa kvelden, fikk nok noen til å bli hjemme.»
    Die zware regen in de nacht op zaterdag, gecombineerd met een stevig onweer in de avond, zal waarschijnlijk een aantal mensen laten blijven thuis.