buurtwerk
- buurt·werk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | buurtwerk | |
verkleinwoord |
het buurtwerk o
- sociaal-culturele activiteiten in een stadswijk met als doel contact, participatie, en integratie te bevorderen
- Tounkara heeft nog geen idee, Meftah heeft vooral vertrouwen in haar vrienden van het buurtwerk. „Zij doen meer voor mij dan de politiek.”[2]
- Zijn partij wil dat er naar dit versterken van de vrijheid net zo veel aandacht en geld gaat als nu extra naar het beschermen van onze veiligheid. GroenLinks wil dat geld onder meer besteden aan het tegengaan van radicalisering via jeugd- en buurtwerk en aan verdere inburgering van vluchtelingen.[3]
1.
- Het woord buurtwerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "buurtwerk" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Telegraaf EVELINE BIJLSMA 20 apr. 2017 Aulnay negeert verkiezingen
- ↑ de Telegraaf 21 sep. 2016 Oppositiepartijen komen met tegenbegrotingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be