buurtwerk vanuit een buurthuis
  • buurt·werk
enkelvoud meervoud
naamwoord buurtwerk
verkleinwoord

het buurtwerko

  1. sociaal-culturele activiteiten in een stadswijk met als doel contact, participatie, en integratie te bevorderen
    • Tounkara heeft nog geen idee, Meftah heeft vooral vertrouwen in haar vrienden van het buurtwerk. „Zij doen meer voor mij dan de politiek.”[2] 
    • Zijn partij wil dat er naar dit versterken van de vrijheid net zo veel aandacht en geld gaat als nu extra naar het beschermen van onze veiligheid. GroenLinks wil dat geld onder meer besteden aan het tegengaan van radicalisering via jeugd- en buurtwerk en aan verdere inburgering van vluchtelingen.[3] 
96 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]