burleske
- bur·les·ke
- Van het Franse burlesque, waar ook burlesk van is afgeleid. Verder te herleiden tot het Latijnse burula.[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | burleske | burlesken |
verkleinwoord |
- (letterkunde) spottend bedoeld gedicht of toneelstuk
- (muziek) spottend bedoeld muziekstuk, bijv. in de vorm van een operette
burleske
- verbogen vorm van de stellende trap van burlesk
- Het woord burleske staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "burleske" herkend door:
69 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ burleske op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be