stewardessen van de burgerluchtvaart
  • bur·ger·lucht·vaart
enkelvoud meervoud
naamwoord burgerluchtvaart
verkleinwoord

de burgerluchtvaartv / m

  1. alle niet-militaire luchtvaart, en wordt verdeeld in de particuliere luchtvaart en de commerciële luchtvaart
    • Tot 2008 had Twente een militaire vliegbasis waarop de burgerluchtvaart ‘meeliftte’; af en toe landde er een chartervlucht met vakantiegangers, tot 60.000 passagiers per jaar. Alle pogingen om na het vertrek van de militairen een zelfstandige burgerluchthaven - met een aankomst- en vertrekhal en 1,2 miljoen passagiers per jaar - van de grond te krijgen, mislukten.[2] 
    • Verder zei Erdogan dat Nederland consequenties tegemoet kon zien. “Voer de druk op hoe je maar wilt, het zal allemaal gevolgen hebben”, aldus de president. “Laat maar eens zien hoe jullie vliegtuigen voortaan in Turkije landen.” Erdogan maakte duidelijk dat het hem niet om burgerluchtvaart ging.[3]  
  • civiele luchtvaart
  • militaire luchtvaart
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Annette Toonen 30 maart 2017
  3. NRC Maarten Back Vincent Sondermeijer 11 maart 2017