buitenzijde
- Geluid: buitenzijde (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbœytə(n)ˌzɛidə / (4 lettergrepen)
- bui·ten·zij·de
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | buitenzijde | buitenzijden buitenzijdes |
verkleinwoord | - | - |
- die kant die buiten ligt
- Aan de buitenzijde van de stadsmuur lagen voornamelijk akkers en boomgaarden.
- buitenzyde (officiële spelling tot 1864 in België en 1883 in Nederland)
- Het woord buitenzijde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.