brilbruinvis
- (IPA in voorbereiding)
- bril·bruin·vis
- samenstelling van bril zn en bruinvis zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | brilbruinvis | brilbruinvissen |
verkleinwoord | brilbruinvisje | brilbruinvisjes |
de brilbruinvis m
- (walvisachtigen) Phocoena dioptrica een kleine walvisachtige uit de familie der bruinvissen (Phocoenidae). De brilbruinvis wordt soms in zijn eigen geslacht geplaatst, Australophocaena
- bruinvissen, tandwalvissen, tandwalvissen, walvisachtigen, zoogdieren, gewervelden, chordadieren, dieren
- Het woord 'brilbruinvis' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.