bric-à-brac

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  bric-à-brac    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌbrikaˈbrɑk / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• bric-à-brac

Woordherkomst en -opbouw

• van Frans bric-à-brac, in de betekenis van ‘snuisterijen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1929

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	bric-à-brac	-
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

het bric-à-brac o

1. (handel) verzamelterm voor voorwerpen van weinig waarde
2. (pejoratief) allegaartje van waardeloze spullen

Schrijfwijzen

• bric à brac (officiële spelling tot 2006)

Synoniemen

• [1] brocante, snuisterijen
• [2] rommel

Gangbaarheid

• Het woord bric-à-brac staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.