• Startpagina
  • Willekeurig
  • Aanmelden
  • Instellingen
Doneer nu Als deze site nuttig voor u is, doneer dan vandaag nog.
  • Over WikiWoordenboek
  • Voorbehoud
WikiWoordenboek

bouwhuis

  • Taal
  • Volgen
  • Bewerken

Inhoud

  • 1 Nederlands
    • 1.1 Uitspraak
    • 1.2 Woordafbreking
    • 1.3 Woordherkomst en -opbouw
    • 1.4 Zelfstandig naamwoord
      • 1.4.1 Synoniemen
    • 1.5 Gangbaarheid
    • 1.6 Meer informatie
    • 1.7 Verwijzingen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bouwhuis    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bouw·huis
Woordherkomst en -opbouw
  • samenstelling van  bouw  en  huis 
enkelvoud meervoud
naamwoord bouwhuis bouwhuizen
verkleinwoord bouwhuisje bouwhuisjes

Zelfstandig naamwoord

het bouwhuis o [1]

  1. (bouwkunde) een voorgebouw van een feodaal huis zoals een kasteel, borg, havezate of state
Synoniemen
  • neerhof, neerhuis, nederhof, schathuis

Gangbaarheid

  • Het woord bouwhuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

  • Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

  1. ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
Overgenomen van "https://nl.wiktionary.org/w/index.php?title=bouwhuis&oldid=4977790"
Laatst bewerkt op 4 aug 2024, om 13:50

Talen

      Deze pagina is niet beschikbaar in andere talen.

      WikiWoordenboek
      • Wikimedia Foundation
      • Powered by MediaWiki
      • Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 4 aug 2024 om 13:50.
      • De inhoud is, tenzij anders aangegeven, beschikbaar onder CC BY-SA 4.0
      • Privacybeleid
      • Over WikiWoordenboek
      • Voorbehoud
      • Gedragscode
      • Ontwikkelaars
      • Statistieken
      • Cookieverklaring
      • Gebruiksvoorwaarden
      • Desktopweergave