botervissen
- Geluid: botervissen (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
- bo·ter·vis·sen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | botervissen | |
verkleinwoord |
de botervissen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord botervis
- meervoudsvorm als officiële benaming (straalvinnigen) een familie Pholidae van vissen die tot de orde van baarsachtigen (Perciformes ) behoren. Het zijn langgerekte vissen tussen de 8 en 46 cm, die gevonden worden in het noorden van de Grote Oceaan en de Noordelijke IJszee gevonden en er zijn twee soorten in de Atlantische Oceaan. Ze bewonen getijdewateren en voeden zich met kreeftachtigen en weekdieren
- [2] baarsachtigen, stekelvinnigen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, chordadieren, dieren
- [2] botervis
- Het woord botervissen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.