botervat
- bo·ter·vat
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | botervat | botervaten |
verkleinwoord | botervaatje | botervaatjes |
het botervat o
- houten ton, gebruikt voor het karnen van room
- Het was een houtsblok, waarin een staaf van eene andere houtsoort met snelheid werd heen en weder gedraaid, volkomen op dezelfde wijze als de karnstok bij het karnen in het botervat. [2]
- houten ton, bestemd voor opslag en vervoer van gekarnde en geknede room die bij het maken van voedsel wordt gebruikt
- Zij kochten boter op bij de boerderijen, verhandelden grotere partijen op stedelijke weekmarkten, waar ook de boeren zelf hun waren heenbrachten, en verscheepten botervaten met het Friese keurmerk naar Engeland. Maar aan de reputatie van het Friese botervat leek een einde te komen, meldden de boterhandelaren en tussenpersonen in Londen, Manchester en elders. [3]
- pot van aardewerk om boter in te bewaren
- Welke gepeinzen hier Nard's hoofd vervullen, is niemand ooit bekend geworden, maar na een geruimen tijd op en neer drentelen en druk rondstaren van de eierenvaas naar de worst en vandaar naar de weegschalen of naar het botervat of de koffiebus, is zijn gemoed in de vereischte stemming gekomen (…) [4]
-
1. Een botervat voor het karnen van melk.
-
2. Deze gevelsteen in Hoorn laat een botervat zien.
-
3. Fragment van een Keuls botervat uit een vissersschip.
- Het woord botervat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Limburg Brouwer, P.A.S."Vuurdienst. Eene proeve uit eene nieuwe wetenschap." in: De Gids. deel 1 jrg. 24 nr. 4(april 1860) P.N. van Kampen & zoon, Amsterdam; p. 480; geraadpleegd 2018-07-19
- ↑ Bakker, M.S.C."4. Boter" in:Lintsen H.W. (red.)Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800-1890. Deel I. Techniek en modernisering. Landbouw en voeding. (1992) Walburg Pers, Zutphen; ISBN 9060118081; p. 104; geraadpleegd 2018-07-19
- ↑ Eigenhuis, J."Ergernissen" in: Groot Nederland. Letterkundig Maandschrift voor den Nederlandschen stam. jrg. 2 deel 2 (1904) Van Holkema & Warendorf, Amsterdam; p. 438; geraadpleegd 2018-07-19