[3] bostra
  • bos·tra
enkelvoud meervoud
naamwoord bostra bostra's
verkleinwoord

de bostrav / m

  1. (bosbouw) 20-30 meter brede laan in een bos die dient om bosbranden tegen te houden
  2. (vlinders) benaming voor insecten uit het geslacht Bostra  
  3. (wandelende takken) soms gebruikt als benaming voor insecten uit het geslacht Bostria  
9 % van de Nederlanders;
11 % van de Vlamingen.[2]