bosmispel
- bos·mis·pel
- samenstelling van bos zn en mispel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bosmispel | bosmispelen bosmispels |
verkleinwoord | bosmispeltje | bosmispeltjes |
- (bloemplanten) Bellucia grossularioides een altijdgroen boompje met een dichte ronde kroon dat o.a. in Suriname voorkomt [1]
Bellucia grossularioides
- Het woord 'bosmispel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.