• (IPA in voorbereiding)
  • boom·pjes·mos
enkelvoud meervoud
naamwoord boompjesmos boompjesmossen
verkleinwoord boompjesmosje boompjesmosjes

het boompjesmoso

  1. (mossen) Climacium dendroides   een soort mos van de klasse Bryopsida (bladmossen) die voorkomt in zwak zure tot basenrijke   milieus. De in Nederland en België vrij algemeen voorkomende soort staat als kwetsbaar op de Nederlandse Rode Lijst van Mossen  . Het plantje doet qua vorm aan een boompje denken, daaraan dankt het zijn naam