boomhazelaar

Nederlands

Monumentale boomhazelaar in het Dechant-Kinzl-Park in Wenen

Uitspraak

• Geluid:  boomhazelaar    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• boom·ha·ze·laar

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  boom  en  hazelaar zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	boomhazelaar	boomhazelaars boomhazelaren
verkleinwoord	boomhazelaartje	boomhazelaartjes

Zelfstandig naamwoord

de boomhazelaar m

1. (bloemplanten) Corylus colurna  een bladverliezende boom uit de berkenfamilie (Betulaceae ). De soort is inheems in het zuidoosten van Europa en in het zuidwesten van Azië, van het Balkanschiereiland en Noord-Turkije tot het noorden van Iran. De boom wordt in veel delen van de wereld gebruikt als sierboom

Synoniemen

• Turkse hazelaar

Hyperoniemen

• berkenfamilie, zaadplanten, fabiden, rosiden, bedektzadigen, landplanten, planten

Gangbaarheid

• Het woord 'boomhazelaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• [1] boomhazelaar in het Nederlands Soortenregister N
• [1] boomhazelaar op Wikidata