• boom·blad
enkelvoud meervoud
naamwoord boomblad boombladen
boombladeren
boomblaren
verkleinwoord boomblaadje boomblaadjes

het boomblado

  1. een blad van een boom
    • Er lag een boomblad op tafel tussen de bloemen. 
94 % van de Nederlanders;
86 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be