bong
- bong
- [A]: klanknabootsing van een dof dreunende galm [1] [2]
- zn [1]: van Middelnederlands bonge "trommel"
- zn [2]: doordat de vorm aan een trommel doet denken
- [B]: via Engels bong van Thai บ้อง zn (bong), dat teruggaat op Sanskriet भङ्ग (bhaṅgá) "onder andere: hennep"
[A] bong
- dof dreunend geluid, zoals van een gong of trommel
[A], [B] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | bong | bongen |
verkleinwoord | - | - |
- (muziek) (verouderd) slaginstrument in de vorm van een cilinder uit stijf materiaal die aan de uiteinden is bespannen met een vel waarop geslagen wordt
- ▸ ⧖ Van tijd tot tijd lieten de ‘speelluyden’ zich hooren, en al mogt dat nu al zulke heerlijke muzijk niet zijn als die van onze grenadiers - in de ooren van den graaf en zijne gasten klonken de toonen der bazuinen, bongen en bommels (een soort van trommen) vereenigd met den zachteren toon van fluiten, luiten en pipen (pijpen) en afgewisseld door den klank der trompen (trompetten) en hoirnen (horens) toch zeer goed.[5]
- (visserij) (verouderd) ronde korf waarin vis wordt gevangen
- waterpijp waarmee marihuana gerookt kan worden
- ▸ Een paar seconden later drong het tot Sam door wat het was: een ingewikkelder drugsapparaat dan je normaal ziet. Een bong heette zoiets, hoewel hij nog nooit een bong had gezien die eruitzag als een uniek kunstwerk, zoals deze.[7]
-
Een bong van glas.
- Het woord bong staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ bong op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Greta Badenhuizen“Het betoverde bos.” (1938), Nieuwsblad de Zaanlander, p. 20
- ↑ Weblink bron Bezinning : Fragment uit de roman ‘Ons dorp floreert’ in: Volk., jrg. 1 nr. 8 (juni 1936), Vonksteen, Langemark, p. 240
- ↑ Weblink bron P.J. Andriessen“De schildknaap van Gijsbrecht van Aemstel.” (1862), J.D. Sybrandi, Amsterdam, p. 72 op Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
- ↑ Weblink bron Noël Antoine Pluche (vert. P. Le Clercq)“Schouwtoneel der natuur, of Samenspraaken over de byzonderheden der natuurlyke histori. Deel 5.” (1742), Christiaan Wyers, Amsterdam, p. 116
- ↑ Weblink bron “Beste vrienden” (2017), VBK Media,, ISBN 9789026140396, hfst. II
bong
- loskomen: van een buitenste laag die loslaat
- «Sơn bong mất một lớp.»
- Er is een laag verf losgekomen.
- «Tờ áp phích đã bong.»
- De affiche is losgekomen.
- «Sơn bong mất một lớp.»
- met de vingers doen ronddraaien
- «Bọn trẻ chơi bong vụ.»
- De kindjes spelen met een tol.
- «Bọn trẻ chơi bong vụ.»
- Hồ Ngọc Đức, Free Vietnamese Dictionary Project