1. werpen van bommen
(hier: uit een B52)
  • bom·bar·de·ment
enkelvoud meervoud
naamwoord bombardement bombardementen
verkleinwoord bombardementje bombardementjes

het bombardemento

  1. (militair) beschieting met bommen, het werpen van bommen
    • De coalitie is begonnen met het uitvoeren van massale bombardementen op militaire doelen. 
  2. (figuurlijk) het getroffen worden door vele zaken
    • De maan heeft geen atmosfeer, dus je ervaart een voortdurend bombardement van micro-meteorieten en de temperatuurverschillen zijn extreem. [2] 
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]