boelage
- boe·la·ge
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boelage | - |
verkleinwoord | - | - |
de boelage v
- (pejoratief) ongeoorloofd erotisch plezier
- Het verhaal van de boelage van Mars en Venus (…) is typerend voor het primair-sexuele, voor de ongeremde hartstocht van de louter lichamelijke liefde. De overspelsituatie is daarvan duidelijke manifestatie. [2]
- «Correctheid», is de vorm, waarin men vader en moeder vermoorden en allerlei misdrijven, misdaden en boelage begaan kan, en toch door-en-door fatsoenlijk blijft, zelfs in z'n recht. [3]
- (verouderd) erotisch plezier
- Maar 't schijnt wel wie geen rust en waagt,
kan kwalijk lust gewinnen.
Of ik hem ook lichtvaardig von'
en 't bleef in dit bosschage?
Indien dit bosje klappen kon,
wat meldde 't al boelage! [4]
- Maar 't schijnt wel wie geen rust en waagt,
- (verouderd) vrouw waarmee men buiten het huwelijk erotisch plezier heeft
- [1] vrijage
- Het woord 'boelage' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "boelage" herkend door:
9 % | van de Nederlanders; |
15 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Geerars, C.M."Een hermetische cyclus in de minnedichten van Poot" in: De Nieuwe Taalgids. jrg. 57 nr. 1 (1964) J.B. Wolters, Groningen; p. 27; geraadpleegd 2019-09-09
- ↑ Rössing, J.H."Het tooneel: Grand-Théâtre A. van Lier: »Münchener Ueberbrettl«" in: Het nieuws van den dag jrg. 34 nr. 10147 (5 februari 1903); p. 7 kol. 2; geraadpleegd 2019-09-09
- ↑ Hooft, P.C. (ed. Johan Koppenol)Liederen en gedichten. (2004) Athenaeum / Polak & Van Gennep, Amsterdam; ISBN 90 253 0198 3; p. 22 r. 23-28; geraadpleegd 2019-09-09
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be